Autobiografie Hubert Gulickx Next (right).

-41-

VII   DOMINICAANSE VROOMHEID TUSSEN HET

                                        BRONSGROEN EIKENHOUT


Wie dit verhaal tot nu toe heeft gelezen zou mij kunnen

vragen: "Hubert, hoe heb jij in al die jaren geloofd, gebeden,

theologisch gedacht? Wat heeft dit verhaal over jouw leven en jouw

werken met geloof en kerk en orde te maken?" In een poging op al die vragen in te gaan begin ik met de verklaring dat ik gelovig ben, dominicaan en theoloog. Dat kan in de oren van mijn huisgenoten zelfverzekerd en boud klinken. Omdat zij anders gelovig, anders dominicaan zijn en zichzelf niet voor theoloog verslijten. Ik wil die verklaring meteen relativeren. Zoals in het leven alles betrekkelijk is. Gelovigen, dominicanen en theologen leven in onze tijd in wankel evenwicht. Theologie heeft geen andere bestaansreden dan "voedster te zijn van het geloof". Dat is een mooie dominicaanse uitspraak en nog thomistisch bovendien. In mijn spreken en werken heb ik geprobeerd om, met inachtneming van ieders eigenheid, te luisteren naar het levens- en geloofsverhaal van de anderen en dat te verstaan. In de stilte van mijn kamer luister ik ook naar mijn eigen levensverhaal. Speur ik naar mijn eigen geloven en twijfelen. Lezend in de vele boeken die ik rondom mij heen mag koesteren, heb ik geluisterd naar de verhalen uit de geschiedenis en de traditie. Daar houd ik intens van. In die verhalen en geschiedenissen heb ik de weg leren kennen waarop de mensen op zoek zijn naar God en God op zoek is naar de mensen. Die twee blijken elkaar op die weg te ontmoeten in de mens. Dat is een mysterieuze ontmoeting. De theologie en de theoloog moeten opkomen voor de heilsbetekenis van het geloof in het leven van alledag van de gewone man en vrouw. Maar de theologie is zo'n wetenschap geworden dat je er hogere studies voor nodig hebt om alles een beetje te volgen. Hoe kan de wetenschappelijke theologie het geloof voeden van de gewone man en vrouw? Dat kan volgens mij niet. Daarom zal het verhaal van de gewone man of vrouw, hun levenservaring, hun pijn en moeite, hun geloof en twijfel, hun vreugde en hun angst, het vertrekpunt moeten zijn van een theologie die het geloof voedt. Als ik mij theoloog noem dan is dat omdat ik zal blijven proberen levens- en geloofsverhalen van gewone mannen en vrouwen, jongens en meisjes, kinderen en ouderen tot uitgangspunten te nemen van mijn spreken, preken en luisteren. Daaraan heb ik mijn geloof gevoed en was ik bezig met theologie. Wie de verhalen van kinderen, jongeren, ouderen, homosexuele mannen en vrouwen ernstig neemt, die is niet bang voor feministische theologie, flikkertheologie, ervaringskatechese. Integendeel. Hij zal zich daar als theoloog bij thuis voelen. Ook al moet hij of zij de wetenschappelijke theologie en de kerkelijke leer daarbij tussen haakjes plaatsen. De herwaardering van het verhalen vertellen in de theologie is mij goed van pas gekomen. De zaken waar het in het leven ten diepste om gaat kunnen alleen vertellenderwijs worden overgeleverd. Wat is de waarheid van een dergelijk verhaal? Welke verhouding heeft de waarheid van een verhaal tot de waarheid van de theologische uitspraken of tot de waarheid van het verstandelijk inzicht? Daar is oeverloos over te vertellen maar dat past niet in dit verhaal. Het les geven en het preken hebben mij de liefde bijgebracht voor de verhalende theologie die het geloof voedt. Over het lesgeven heb ik al genoeg verteld. Nu wil ik het hebben over mijn preken. Tot 1983 deed ik dat preken om de zoveel weken in de kerk van Mariaweide. Ook bij voorkomende vieringen, assistenties of op verzoek. Het preken van mij was versnipperd in de tijd. In 1983 werd pater Smout ziek. Hij was rector van de zusters in Reuver en deed daar elke dag en op zondag de mis. De dominicanessen van Reuver vroegen mij om pater Smout te vervangen voor een gezongen mis met een preek op zondag. Tegen de zin van de paters op Mariaweide heb ik dat verzoek ingewilligd. De medebroeders in Venlo waren niet voor een nieuwe verplichting om assistentie te verlenen. Zij vreesden dat ik dan als predikant en assistent van de Paterskerk zou wegvallen.

Pater

Hubert Gulickx

†13 -08-2004


Een Dominicaan

tussen het

Bronsgroen

Eikenhout


autobiografie hubert gulickx-03.